6 mei 2012; Wij hebben een opdracht.

‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’
Dat zeiden de engelen tegen de apostelen toen Jezus ten hemel opgestegen was en door een wolk aan hun ogen ontrokken werd. Zo zijn wij mensen, wij hebben tijd nodig om bijzondere dingen bij ons te laten ‘landen’ a.h.w. Zelfs als we iets met eigen ogen gezien hebben, zeggen we nog: ‘ik kan het niet geloven’. Gelukkig dus dat de Heer Jezus duidelijk zichtbaar voor de ogen van de apostelen naar de hemel ging, naar zijn Vader.
Wie weet of de apostelen en de leerlingen wel terug naar Jeruzalem gekeerd zouden zijn om samen op de komst van de helper te wachten. Samen biddend en verlangend uitkijkend! Misschien waren ze dan wel zoals de Emmaüsgangers op weg naar huis gegaan met het gedacht dat het allemaal mooi was geweest maar nu ten einde. Nóg maar eens, zoals bij de gevangenneming en de kruisdood van Jezus. Of zoals in eerste instantie bij het ontdekken van het lege graf. Wij mensen zijn hardleers, Jezus had wel drie maal zijn lijden aangekondigd en zo dikwijls getoond wie Hij was en erover gesproken, toen Hij met zijn leerlingen rondtrok in Galilea en Judea.

Vandaag zijn wij niet anders, denk ik. Hoe moeilijk is het niet om ervan doordrongen te zijn hoe zeer God ons lief heeft? Of hoe groot het werk van Jezus is dat Hij voor ons deed? Misschien is het nog moeilijker om echt te leven in de zekerheid dat Christus alleen met zijn offer de enige EN volledige verzoening bewerkte. Hoe snel vervallen we niet in het denken dat wij allerlei dingen MOETEN doen om goed christen te zijn. Wij zijn spijtig genoeg niet voortdurend vervuld van het besef van alle genadegaven die wij ontvangen. De grote Genade dat Jezus nu aan de rechterhand van de Vader voor ons een plaats voorbereidt en voor ons pleit en de kracht en de zorgen die dagelijks ontvangen.

Door de woorden van de engelen werden de apostelen aan Jezus’ laatste woorden herinnerd, om op de helper te wachten en om dan de wereld in te trekken en over Hem te getuigen zodat ook anderen die fantastische gaven van God zouden leren kennen.
Want op een dag komt Jezus weer en dan zal Hij scheiding aanbrengen tussen de bokken en de schapen, tussen wie in zijn naam de hongerigen te eten gaf, de naakten kleedde, de dorstigen laafde … en wie dat niet deed. Er is veel dat Hij ons te doen geeft. En vooral ook samen met het hele mystieke lichaam van Christus biddend en verlangend uitkijken naar de werken van de Heilige Geest in ons leven, de gemeente de wereld en de wederkomst van Jezus.