17 juni 2012; Identiteit

Het vinden van een identiteit is voor alle mensen van fundamenteel belang. De ene mens komt al vroeger tot de vraagstelling: “Wie ben ik?” dan de andere, sommigen zelfs pas op gevorderde leeftijd… (waar onderstaande niet vreemd aan is) Jongeren staan aan het begin van die zoektocht, dikwijls gaat dat ongemerkt en onbewust. Sommigen zijn er al vrij vroeg bewust mee bezig. Of dat dan een voor- of nadeel is, hangt in grote mate af van de volwassenen waar ze in vertrouwen mee kunnen omgaan. Daarom is het ook een grote verantwoordelijkheid van de kerk om aandacht te geven aan jongeren in de gemeente en ze voor vol te aanzien.
Als wij zien dat God ons zegent met aanwezigheid van jongeren dan zullen wij ze echt een plaats in ons hart en in de gemeente geven. Het is zeker vruchtbaar om daar regelmatig eens bij stil te staan en onszelf daarover te bevragen. Zij kunnen voor de volwassenen een hulp zijn om goed naar de Heer Jezus te kijken en telkens weer de vraag te stellen hoe Jezus omging met zijn medemensen hier op aarde. Hoe benaderde Jezus zondaars, zondaressen?

Opmerkelijk is hoe Hij echt aandacht heeft voor de persoon met wie Hij spreekt en kijkt naar hoe die man of die vrouw is, naar de identiteit. Hij wijst hen daar op zonder uit de hoogte te doen of op hen neer te kijken. Neen, met veel liefde en geduld maar ook in waarheid. Hij laat ook zien wie Hijzelf is. Dat kunnen mensen dan afwijzen of aanvaarden. Toch met deze oprechte en eigenlijk ook kwetsbare houding, in een gesprek van oog tot oog, wordt er ruimte gecreëerd opdat de Genade zou kunnen landen in het hart, zodat dat hart ontvankelijk wordt voor het evangelie.

Door deze ‘eenvoud’-ige, (niet oordelende maar open) benadering geven we vrijheid aan die jongere, (man/vrouw) om zichzelf te zien zoals hij of zij is en ook ruimte om daarover in gesprek te gaan. Er wordt ruimte gecreëerd om te spreken over wat echt gelukkig maakt. Hier kan de volwassen christen wat van zichzelf tonen en laten zien naar wie hij/zij opkijkt. Dan kan getoond worden dat hij/zij zich laat leiden door Jezus. Dat Jezus de Goede Herder is die ons weidt naar groene, veilige weiden. Als wij uit de bron van levend water drinken, tonen wij dat Gods Woord onuitputtelijk is. Dan kunnen ook zij leren dat de liefde van de Vader onvoorwaardelijk is en onnoembaar trouw!
En zelf kunnen wij ervan leren dat het twijfelen aan onze identiteit die wij in Christus hebben een verleiding is van de satan. Die probeerde het ook bij Jezus: “Als u de zoon van God bent, …” Matteüs 4:3